Schuilstallen onder de Omgevingswet: wat zijn de mogelijkheden?

Onze eerdere blog over schuilstallen van enkele jaren geleden wordt nog steeds enorm veel gelezen. Maar tijden veranderen en de wetgeving is inmiddels aangepast. Als paardenhouder sta je hierdoor vaak voor een dilemma: Je bent verplicht om voor het welzijn van je dieren te zorgen, maar van de gemeente mag een schuilhut vaak niet worden geplaatst. We krijgen hier veel vragen over, dus het is tijd voor een update.

image

Ik moet een schuilstal, maar ik mag het niet

Niemand begrijpt het. Zelfs wij, met onze uitgebreide ervaring in deze materie, vinden het onbegrijpelijk en frustrerend. Het contrast tussen wat de wet van dierenhouders vraagt en wat gemeenten toestaan, is voor velen niet te bevatten. De wet vraagt je om aan strikte eisen te voldoen voor het welzijn van je dieren, terwijl gemeenten vaak geen vergunning verlenen. Dit leidt tot onwerkbare situaties, waarbij het welzijn van je paard in het gedrang komt. We krijgen dan ook vaak de vraag: "Ik moet een schuilstal, maar mag hem niet bouwen. Wat moet ik nu doen?"

 

Vereisten aan huisvesting

Veel paardenhouders lopen tegen beperkingen aan door strenge regels en terughoudendheid van gemeenten bij vergunningverlening. Waarom is dit zo? En wat kun je doen om jouw kans op goedkeuring te vergroten? Laten we eerst kijken hoe de regels nu echt in elkaar steken, want deze zorgen voor veel verwarring.

 

De Dierenwet en het Besluit houders van dieren stellen duidelijke eisen aan de huisvesting en verzorging van dieren waaronder:

  • Droge ligplaatsen bieden: De wet verplicht je om je dieren een droge ligplaats te geven, maar dit wordt vaak verward met het hebben van een schuilstal. Die verwarring ontstaat omdat veel paardenhouders zeggen: "Ik heb een schuilhut nodig," terwijl de wet alleen eist dat je dieren niet op natte of modderige plekken staan.
  • Schaduw en bescherming: Naast droge ligplaatsen moet je ook zorgen voor bescherming tegen slechte weersomstandigheden en gezondheidsrisico’s. Dat kan in de vorm van schaduw in de zomer of beschutting tegen wind en regen in de winter.
  • Behuizingen: De wet stelt eisen aan de kwaliteit van verblijfsplekken: ze moeten veilig zijn, vrij van scherpe randen of uitsteeksels, en letsel voorkomen.

 

Het belangrijkste punt: de wet verplicht je niet tot het bouwen van een schuilstal op je weiland! Je moet een droge plek bieden. Maar moet dat op het weiland? Dit staat er helaas niet, wat vaak tot veel gedoe leidt.

 

image

Rechtszaken over schuilstallen: wat leert de jurisprudentie?

De discussie rondom het bouwen van schuilstallen op weilanden wordt regelmatig in de rechtszaal gevoerd. Een belangrijke uitspraak komt voort uit een zaak van een alpacahouder, waarin de rechter de gemeente in het gelijk stelde. Dit geeft inzicht in hoe streng de regels met betrekking tot schuilgelegenheden worden geïnterpreteerd.

 

De zaak van de alpacahouder

In deze zaak oordeelde de rechter dat de gemeente terecht geen vergunning verleende voor een schuilstal. De belangrijkste overweging was dat de houder bewust dieren hield op een perceel waar het bouwen van een schuilgelegenheid niet toegestaan was. Volgens de rechter lag de verantwoordelijkheid volledig bij de houder, die ervoor had moeten zorgen dat de locatie geschikt was voor het houden van dieren volgens de wet. Dit betekent dat, als een perceel niet aan de voorwaarden voldoet, de houder moet kiezen voor een andere locatie of zorgen dat de dieren elders geschikte huisvesting krijgen.

Met andere woorden: het is niet de taak van de gemeente om de houder tegemoet te komen. Dit schetst een lastige situatie, want het plaatst de verantwoordelijkheid volledig bij de houder, terwijl de wet wél eisen stelt aan het welzijn van de dieren. Deze uitspraak benadrukt de kloof tussen wettelijke welzijnseisen en de mogelijkheden om deze in de praktijk te realiseren.

 

Een andere uitspraak: bijgebouwen versus dierenverblijven

In een andere zaak gaf de gemeente aan dat bij woonpercelen vaak een algemene regel geldt voor bijgebouwen, zoals een schuur, garage of aanbouw. Binnen deze regel mogen ook dierenverblijven worden gebouwd voor hobbymatig gehouden dieren. Dit lijkt in eerste instantie een praktische oplossing, maar hier ontstaat een probleem: je moet kiezen tussen bijvoorbeeld een bijkeuken of een schuilstal. Beide vallen onder de bijgebouwenregeling, maar het is niet mogelijk beide te bouwen als de maximale oppervlakte voor bijgebouwen is bereikt. Voor veel paardenhouders leidt dit tot een doodlopende zaak. De keuze tussen praktische woonvoorzieningen en schuilmogelijkheden voor dieren maakt het bijna onmogelijk om te voldoen aan zowel de wet als gemeentelijke eisen.

 

Waarom helpt jurisprudentie niet?

De huidige uitspraken bieden weinig handvatten voor paardenhouders. In plaats van oplossingen te bieden, benadrukken ze vooral de beperkingen van het huidige systeem en geven ze gemeenten de mogelijkheid om een schuilhut te weigeren. Deze juridische kaders leggen de verantwoordelijkheid volledig bij de houder, zonder dat er wordt gekeken naar praktische of haalbare oplossingen. Heb je weiland, maar biedt de gemeente niet de mogelijkheid om een schuilstal te bouwen? Dan zegt de jurisprudentie dus: dit weiland is niet geschikt voor het houden van je paard en ben je verplicht elders een onderkomen te vinden voor je paard om hem een droge plek te bieden. Dit is de keiharde realiteit waar we mee te maken hebben. De combinatie van strikte landschapsbeschermingsregels en beperkte mogelijkheden binnen de bijgebouwenregeling maakt het dus lastig voor paardenhouders om aan de wettelijke welzijnseisen te voldoen.

 

Vergunningsvrije schuilstallen: een utopie

Veel paardenhouders denken dat ze met slimme oplossingen, zoals verplaatsbare schuilstallen of tenten, om de regels heen kunnen, maar dat is vaak niet zo. Verplaatsbare schuilhutten worden door veel leveranciers aangeprezen als vergunningsvrij, maar dat klopt niet. Als een bouwwerk langer dan 30 dagen op dezelfde plek staat, wordt het gezien als permanent en heb je alsnog een vergunning nodig. Ook tenten en stalen constructies met zeil vallen onder deze regels. Je mag ze wel tijdelijk gebruiken (minder dan 30 dagen), maar langer is niet toegestaan.

 

Heb je bij je woning in de woonfunctie nog ruimte om vergunningsvrije bijgebouwen te plaatsen, dan kun je ervoor kiezen om geen keuken te bouwen, maar een schuilstal voor je paard.

image

Waarom werkt de gemeente niet mee?

De weigering van vergunningen voor schuilstallen is vaak terug te voeren op provinciaal beleid. Provincies zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke inrichting van ons landschap en hechten groot belang aan het behoud daarvan. Het tegengaan van verstening en verrommeling wordt door provincies gezien als een zwaarwegend belang en wordt vastgelegd in hun beleidsplannen.

 

Schuilstallen worden door provincies vaak beschouwd als een bedreiging voor het behoud van open landschappen. Volgens dit beleid dragen schuilstallen niet bij aan de landschappelijke kwaliteit, maar kunnen ze juist verrommeling in de hand werken. Dit leidt ertoe dat gemeenten in hun vergunningverlening streng zijn, zeker in gebieden die onder specifieke landschapsbeschermingsregels vallen.

 

Zolang provincies landschappelijke kwaliteiten zwaarder laten wegen dan dierenwelzijn, is de kans klein dat er structurele oplossingen komen voor het plaatsen van schuilstallen. Dit maakt het voor paardenhouders een grote uitdaging om te voldoen aan zowel de wettelijke welzijnseisen als de ruimtelijke ordeningsregels.

 

Vergunning voor een schuilstal: Wat je moet weten als paardenhouder

Een schuilstal is essentieel voor het welzijn van je paarden, maar het realiseren ervan is niet altijd eenvoudig. Veel gemeenten zijn terughoudend met vergunningen vanwege landschapsbescherming. Slechte voorbeelden, zoals goedkope zeecontainers, hokjes van pallets en MDF-platen, hebben geleid tot verrommeling van het landschap. Dit heeft ervoor gezorgd dat vergunningen voor schuilstallen vaak moeilijk worden verleend.

 

Gelukkig hebben steeds meer gemeenten inmiddels beleid voor schuilhutten. Daarin worden echter vaak nog strenge eisen gesteld:

  • Maximaal één schuilstal per perceel, waarbij vaak een minimum wordt gesteld aan het oppervlak van het perceel.
  • Een oppervlakte van 20-30 m².
  • Minimaal 3 meter afstand tot perceelsgrenzen.
  • Hoogtebeperkingen: nokhoogte van 3 meter, goothoogte van 2,5 meter.
  • Maximaal twee of drie wanden om de openheid van het landschap te waarborgen.
  • Ook zien we veel beleidsregels die schuilhutten niet overal toestaan, maar specifieke gebieden juist aanwijzen of uitsluiten.
  • Helaas zien we ook nog vaak schuilhuttenbeleid dat enkel van toepassing is voor het bedrijfsmatig houden van paarden. Het is dan niet toegestaan om een schuilstal te bouwen voor je eigen paard dat je hobbymatig houdt.

 

Als de gemeente de mogelijkheid heeft in haar beleid om een permanente schuilstal te plaatsen, heb je altijd een vergunning nodig. Dit is een Omgevingsvergunning Omgevingsplan Activiteit (OPA). Bij deze aanvraag moet je een landschappelijk inpassingsplan indienen. Hierin laat je zien hoe de schuilstal opgaat in de omgeving. Gebruik natuurlijke materialen en zorg dat het ontwerp past binnen het beeldkwaliteitplan van je gemeente. Hoe beter je plan aansluit op het landschap, hoe groter je kans op goedkeuring.

 

Het verkrijgen van een vergunning is niet altijd eenvoudig, en dat is deels te wijten aan eerdere ervaringen met ongepaste oplossingen. Goedkope alternatieven, zoals zeecontainers of eenvoudige schermen, zorgen voor visuele verrommeling van het landschap.

Om deze reden is het belangrijk dat paardenhouders bijdragen aan hoogwaardige oplossingen die zowel het landschap als het dierenwelzijn ten goede komen:

  • Gebruik natuurlijke materialen, zoals hout of groenafwerking.
  • Ontwerp zorgvuldig om te voldoen aan beeldkwaliteitsrichtlijnen.
  • Integreer de schuilhut in de omgeving om deze aantrekkelijk en functioneel te maken.

Door dit soort oplossingen wordt het eenvoudiger voor gemeenten om schuilstallen onder voorwaarden toe te staan. Als er een uniform schuilhuttenbeleid komt, kan dit leiden tot meer harmonie tussen landschapsbehoud en dierenwelzijn.

image

Oproep aan gemeenten: Uniform schuilhuttenbeleid nodig

Gemeenten spelen een belangrijke rol in het creëren van duidelijke richtlijnen voor schuilstallen. Uniform beleid zorgt niet alleen voor duidelijke kaders, maar helpt daarnaast onwenselijke situaties voorkomen waarin paardenhouders zich genoodzaakt voelen om illegale oplossingen te gebruiken. Als er een uniform schuilhuttenbeleid komt met de juiste voorwaarden, kan dit leiden tot meer harmonie tussen landschapsbehoud en dierenwelzijn.

 

Ben je als gemeente op zoek naar een goed raamwerk voor schuilhuttenbeleid? Neem contact met ons op. Wij helpen graag bij het opstellen van beleid dat zowel landschapsbehoud als dierenwelzijn ondersteunt.

 

Tijd voor verandering

Het is tijd dat de overheid beseft dat welzijnsregels hand in hand moeten gaan met praktische oplossingen. Een schuilstal is geen luxe, maar een noodzakelijke voorziening. Met goed beleid en duidelijke richtlijnen kan dit zelfs een positieve bijdrage leveren aan het landschap. Het is aan ons, paardenhouders, om dit onderwerp op de kaart te blijven zetten. Wil jij advies over het bouwen van een schuilstal op jouw locatie of wil je weten wat er bij jou mag en kan? Neem contact met ons op; we denken graag met je mee!

Heb je nog vragen? Ik sta graag voor je klaar.

Feije Smies - van Eijndhoven

Feije Smies - van Eijndhoven

Expert en strategisch adviseur hippische ruimtelijke ordening