Welkom bij ons kritische artikel over de recentelijk ingevoerde Omgevingswet. Hoewel de wet op papier veelbelovend is, rijst de vraag of deze in de praktijk daadwerkelijk uitpakt zoals bedoeld. Laten we de grootste veranderingen eens onder de loep nemen en analyseren wat dit betekent voor jou als burger.
Achtergrond: waarom deze veranderingen?
De Omgevingswet, die maar liefst 26 wetten bundelt, is geïntroduceerd om duidelijkheid en efficiëntie te bieden, wat zou moeten leiden tot een betere en duurzamere fysieke leefomgeving. Maar in hoeverre zal deze wet echt bijdragen aan deze nobele doelstellingen?
Het doel is om de lijn van standaardisering met minder en flexibele regels van de huidige bestemmingsplannen door te zetten, maar dan wel met de strekking van de Omgevingswet. Het omgevingsplan zal zich met name onderscheiden van de nu geldende bestemmingsplannen door minder vergunningsplichten, kortere procedures, gebundelde regelgeving en nieuwe onderwerpen. Dit is geen gevolg van het omgevingsplan, maar van de keuzes die de gemeente maakt. Regels en processen moeten zodanig worden ingericht dat op een snelle en eenvoudige manier beslissingen kunnen worden genomen. Het faciliteren van goed vooroverleg, burgerrechten en participatie vormt daarbij een belangrijk onderdeel.
Gebruiksgemak en voorspelbaarheid: theorie vs. praktijk
Alle weten en regels worden onder één wet samengevoegd en er komen zo veel mogelijk algemene regels. De belofte om het omgevingsrecht inzichtelijker en voorspelbaarder te maken klinkt als muziek in de oren. Maar het vereenvoudigen van wetten en regels op papier betekent niet automatisch dat ze in de praktijk ook als gebruiksvriendelijk worden ervaren.
Integrale benadering
Het streven naar een allesomvattende aanpak tussen verschillende sectoren klinkt goed, maar de vraag is of deze synergie ook daadwerkelijk zal plaatsvinden. Zullen disciplines echt beter op elkaar worden afgestemd, of blijven oude gewoontes snelle planvorming in de weg staan? De tijd zal het leren.
Meer bestuurlijke afwegingsruimte – meer of minder duidelijkheid
Onder de voorgaande wet- en regelgeving was centraal vastgelegd welke normen voor bijvoorbeeld geluid en trillingen zijn toegestaan. Onder de Omgevingswet kunnen gemeenten zelf maatwerk leveren per deelgebied. In de praktijk blijkt dat het een flinke uitdaging is om door de regels heen te navigeren die per gemeente dus ook weer verschillend zijn. De mogelijkheid voor gemeenten om zelf maatwerk te leveren lijkt op papier een positieve ontwikkeling. Echter, de zorg is gerezen of deze decentralisatie zal leiden tot meer lokale autonomie of juist tot een lappendeken van willekeurige regels en interpretaties.
Versnelde Processen
De verkorte termijnen voor overheidsbesluitvorming beloven snellere processen, maar in hoeverre zijn deze haalbaar zonder concessies te doen aan de kwaliteit van besluitvorming? Belangrijkste gegeven is dat een vergunning van rechtswege niet meer bestaat. Dus alhoewel termijnen worden ingekort omdat er geen harde deadlines meer zijn kunnen gemeenten deze laten verstrijken zonder positieve consequenties voor de aanvrager.
Van controleur naar regisseur: nieuw tijdperk?
De overgang van controleur naar regisseur klinkt als een paradigmaverschuiving. Maar in de praktijk zullen ambtenaren en gemeenten moeten wennen aan deze nieuwe rol. Hoe snel kunnen zij zich aanpassen aan dit veranderende landschap? En wat betekent dit voor de handhaving van regels en het voorkomen van misbruik?
Meer burgerparticipatie of slechts schijn?
Burgerparticipatie wordt geprezen als een manier om burgers meer invloed te geven, maar in hoeverre zal dit in de praktijk resulteren in echte inspraak? Blijft het beperkt tot een verplichte formaliteit, of zullen burgers daadwerkelijk serieus worden genomen bij de besluitvorming over hun leefomgeving?
Technische toets: kosten vs. kwaliteit
De overdracht van de technische toets naar het bedrijfsleven onder de Wet kwaliteitsborging roept vragen op over kosten en kwaliteit. Zullen marktprijzen de kosten voor burgers verhogen, en leidt dit werkelijk tot een verbetering van de bouwkwaliteit?
Wat verandert er nog meer?
In totaal worden 117 Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) die we kennen in het vorige omgevingsrecht met de introductie van de Omgevingswet teruggebracht naar 4. Deze drastische reductie van 117 Algemene Maatregelen van Bestuur naar slechts vier wekt de indruk van vereenvoudiging, maar gaat dit niet ten koste van nuance en specifieke regelgeving die in sommige gevallen noodzakelijk is?
Daarbij worden definities gelijkgetrokken en verouderde regels geschrapt. Een aantal wetsartikelen uit bestaande wetten wordt naar een AMvB verplaatst. Dit betekent dat alles valt binnen de volgende AMvB’s:
AMvB 1: Omgevingsbesluit
Het nieuwe Omgevingsbesluit bevat de procedures voor bijvoorbeeld omgevingsplan, omgevingsvergunning en projectbesluit, regels voor bevoegd gezagverdeling en betrokkenheid andere bestuursorganen, regels voor milieueffectrapportages, et cetera. Onder andere het voorgaande Besluit omgevingsrecht, het Besluit ruimtelijke ordening en het Besluit m.e.r. gaan op in deze AMvB. De grootste opgave is het gelijktrekken van definities en het stroomlijnen van procedures.
AMvB 2: Besluit kwaliteit leefomgeving (BKL)
In deze AMvB worden diverse materiële normen opgenomen en wordt een deel van de bestuurlijke afwegingsruimte uitgewerkt. Veel materiële normen uit de voorgaande wetgeving, zoals normen voor geluid en luchtkwaliteit, worden verplaatst naar deze AMvB.
AMvB 3: Besluit Activiteiten in de leefomgeving (BAL)
Het Besluit activiteiten in de leefomgeving (Bal) wordt de opvolger van het Activiteitenbesluit. In deze AMvB komen regels voor met name milieubelastende activiteiten. Het kabinet wil in het BAL alleen nog regelen wat nodig is op basis van bijvoorbeeld EU-richtlijnen, andere internationale verplichtingen en voor een basisbeschermingsniveau voor veiligheid en gezondheid. Onderdelen van het voorgaande Activiteitenbesluit worden geschrapt en worden overgelaten aan gemeenten voor eigen inbreng en invulling.
AMvB 4: Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL) vervangt het Bouwbesluit. In deze AMvB komen de algemene regels voor bouwactiviteiten. Het gaat om een harde schil met zaken die het Rijk moet regelen vanwege internationale verplichtingen (zoals gehandicaptentoegankelijkheid), EU-verplichtingen (zoals energienormen) en eisen aan (brand-)veiligheid en gezondheid. Voor de overige bouwregelgeving, zoals energie, duurzaamheid en bruikbaarheid, wil het kabinet de zaken decentraliseren of dereguleren.
De bouwtechnische en ruimtelijke beoordeling wordt uit elkaar gehaald en gesplitst in twee los van elkaar staande activiteiten. De (technische) bouwactiviteit en de omgevingsplanactiviteit. Dit wordt ‘de knip’ genoemd. Met deze knip zal ‘het bouwen van een bouwwerk’ moeten worden getoetst aan twee verschillende soorten regels. Enerzijds aan de bouwtechnische regels en anderzijds aan de regels die de gemeente heeft opgenomen in het omgevingsplan.
Conclusie
Terwijl de Omgevingswet op papier veelbelovend lijkt en beoogt de leefomgeving te verbeteren, is het essentieel om kritisch te blijven kijken naar de implementatie in de praktijk. Zullen de beloofde voordelen ook daadwerkelijk gerealiseerd worden, of worden we geconfronteerd met onverwachte uitdagingen en tekortkomingen? De tijd zal het leren, en wij zullen blijven volgen hoe de Omgevingswet daadwerkelijk evolueert en impact heeft op jou als burger.
Benieuwd naar wat al deze nieuwe termen van de Omgevingswet betekenen? Lees dan ook eens dit artikel. In de volgende artikelen zullen we dieper ingaan op wat dat dan betekent voor jou als hippische ondernemer of particulier met paarden aan huis.