Hoe kan je een hippisch project ontwikkelen en voldoen aan de stikstofwetgeving?

Het lijkt als paardenhouder steeds lastiger te worden om je projecten te ontwikkelen en ook nog te voldoen aan alle regels die er vandaag de dag gelden. Vooral het stikstofdossier wordt steeds ingewikkelder, maar niet onmogelijk. Het is belangrijk om je zaken en je project goed te regelen op het gebied van de Wet natuurbescherming. In dit artikel delen we waardevolle informatie en lees je een aantal handige tips.

image

De stikstofwetgeving en dus de Wet natuurbescherming (Wnb) is er om Natura 2000-gebieden te beschermen. Het draait onder andere om het terugdringen van schadelijke stoffen die neerslaan op zo’n gebied en de negatieve gevolgen die dat voor de natuur heeft. Te veel stikstof zorgt ervoor dat sommige planten verdwijnen, wat weer een verstoring van het ecosysteem teweegbrengt en uiteindelijk dus ook effect heeft op onze leefomgeving en vooral ons voedsel. In principe moet iedereen zorgdragen voor deze Natura 2000-gebieden en de dieren en planten die daar leven en mag je dus niks doen wat nadelige gevolgen daarop heeft. Nu heeft het bouwen van een project in de buurt van een Natura 2000-gebied in theorie altijd negatieve gevolgen op de natuurlijke leefomgeving en heb je dus een vergunning nodig om toestemming te krijgen voor een bepaalde emissie, maar wanneer lig je dan in de buurt?


 
Stikstofuitstoot hippisch project berekenen

Wanneer je een hippisch project ontwikkelt kunnen er misschien bepaalde wensen plaatsvinden onder de noemer vergunningsvrij bouwen, maar dit wil niet zeggen dat er geen toestemming nodig is op grond van de Wnb als je in de buurt van een Natura 2000-gebied zit. In de regel mag je verwachten dat als de afstand meer dan tien kilometer betreft de gevolgen op een gebied nihil zijn, maar check vooraf of je voor jouw project wel of geen stikstof uitstoot. Deze berekening kan enkel gemaakt worden door middel van een Aeriusberekening, hiervoor kun je een adviseur inschakelen. De uitkomst hiervan moet op 0,00 mol per hectare per jaar stikstof uitkomen om onder de gewenste gevolgen te blijven. Deze berekening doe je zowel voor de bouwfase als de gebruikersfase van je project. Mocht het getal net iets hoger liggen dan deze 0,00 mol? Dan ben je vergunningsplichtig in het kader van de Wnb en heb je dus een natuurvergunning nodig.
 
In sommige gevallen kan er nog een voortoets uitgevoerd worden. Hierin wordt door een specialist nader onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de uitstoot te verlagen naar het beoogde getal van 0,00 mol. Door bijvoorbeeld maatregelen in stalsystemen aan te passen kan de uitstoot verlaagd worden. Helaas kennen we in de paardensector geen emmissieverlagende bouwactiviteiten zoals systeemvloeren. Bij paarden is doorgaans altijd sprake van natuurlijke ventilatie.
 
Kom je boven de 0,00 mol uit en kan je geen maatregelen treffen dan heb je een natuurvergunning nodig. Dat kan je doen door een separate vergunning aan te vragen of een bij de omgevingsvergunning aangehaakte natuurtoestemming. Dit laatste houdt in dat je een omgevingsvergunning aanvraagt waarin zowel de bouwregelgeving als de natuurregelgeving zijn meegenomen. Welke keuze hierin handig is, hangt af van je (bouw)plan en je planning. Het verkrijgen van een natuurvergunning duurt veel langer (momenteel gemiddeld ¾ jaar). De natuurvergunning wordt door de provincie afgegeven en de bouwvergunning door de gemeente. Bij een gecombineerde aanvraag wacht de gemeente met het verlenen van de bouwvergunning totdat de provincie de natuurvergunning heeft goedgekeurd.

image

Hoe weet ik wat ik aan stikstof mag uitstoten?

Om te bepalen hoeveel stikstof je mag uitstoten gebruik je de Aeriusberekening. Belangrijk hierin is je referentiesituatie. Dit is de hoeveelheid vergunde stikstof die aanwezig was op de datum waarop een natuurgebied als Natura 2000-gebied werd aangewezen (dit is meestal in 1994 of 2004). Daarnaast moet je huiswerk op orde zijn. Is er bijvoorbeeld een actuele natuurvergunning op de locatie? Dan bepaalt deze de maximale uitstoot. Is deze er niet? Dan moet je kijken naar de milieuvergunning op de referentiedatum. Zijn er na de aanwijsdatum veranderingen in de vergunde hoeveelheid stikstof? En zijn deze lager dan op de referentiedatum? Dan moet deze hoeveelheid aangehouden worden. Zomaar toestemming om meer stikstof uit te stoten gaat vandaag de dag niet zonder salderen, oftewel stikstofemissies tegen elkaar wegstrepen. De mogelijkheden daarvoor kan je zowel intern op je eigen locatie onderzoeken als extern ergens anders.


 
Stikstofruimte vrijmaken voor paardenbedrijf

Intern betekent het dat je bepaalde activiteiten moet beëindigen die stikstof veroorzaken om vervolgens stikstof vrij te spelen om te gebruiken voor de activiteiten die je in de nieuwe situatie wilt exploiteren. Is er geen ruimte om intern te salderen dan is extern salderen ook nog een optie. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het opkopen van een ander (boeren)bedrijf dat effect heeft op hetzelfde Natura 2000-gebied om hun stikstofrechten over te nemen. Hier hangt echter wel een ‘maar’ aan vast, want het is alleen mogelijk om tot maximaal 70% van de emissie over te dragen. Je moet dan 100% kopen en 30% afdragen aan de natuur, dit wordt vanaf 2024 mogelijk verhoogd naar 40%. De resterende 70% mag je zelf behouden. Lees om hier meer over te leren ook onze blog over de meest gestelde vragen over stikstof en de paardenhouderij. 
 

Intern salderen paardenhouderij

Stel: je wil je bedrijf uitbreiden met een aantal boxen. Dan ben je als paardenhouder verplicht om het aantal dieren vast te leggen in een milieumelding of milieuvergunning. Alle dieren op je bedrijf (ook eventuele hobbydieren zoals kippen, geiten, ezels etc.) moeten hierop staan. Om deze uitbreiding te realiseren kan het zijn dat je ervoor kiest om intern te willen salderen, maar hoe pak je dat aan? Ten eerste moet er gekeken worden naar de hoeveelheid vergunde stikstof. Dit wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid ammoniak (NH3) die vergund is. Stel je hebt een paardenbedrijf met 40 paarden, een opfokstal voor 6 jonge paarden en 3 pony’s. Daarvoor heb je een milieumelding voor 49 paarden. In totaal zijn er zoals de milieuvergunning zegt 49 paarden. Maar met het berekenen van de stikstof wordt onderscheid gemaakt in 4 diercategorieën:
-       Volwassen paarden vanaf 3 jaar (5 kg NH3)
-       Volwassen pony’s vanaf 3 jaar (3,1 kg NH3)
-       Jonge paarden tot 3 jaar (2,1 kg NH3)
-       Jonge pony’s tot 3 jaar. (1,2 kg NH3)
Een volwassen paard stoot meer stikstof uit dan een volwassen pony, jong paard en jonge pony, klik hier voor meer info hierover. Op de milieumelding staan dus meer paarden en andere diersoorten dan er in de praktijk zijn, we kunnen daarom gaan onderzoeken of intern salderen mogelijk is.
 
De vergunde situatie bedraagt: 49 volwassen paarden x 5,0 kg NH3 = 245,0 kg NH3
De feitelijke situatie bedraagt: 40 volwassen paarden x 5,0 kg NH3 = 200,0 kg NH3
                                                  3 volwassen pony’s x 3,1 kg NH3= 9,3 kg NH3
                                                  6 jonge paarden x 2,1 kg NH3= 12,6 kg NH3
Totaal feitelijke situatie: 221,9 kg NH3
Het verschil tussen de referentiesituatie en de feitelijke situatie bedraagt 245,0 – 221,9 = 23,1 kg NH3.
 
Deze 23,1 kg NH3 kan gebruikt worden om intern te salderen. Je kan hiervoor bijvoorbeeld 4 volwassen paarden en 1 jong paard toevoegen. Deze komen uit op 22,1 kg (4 volwassen paard x 5 kg NH3 = 20 kg + 1 x jong paard 2,1 = 22,1 kg NH3).
In deze situatie mag je dus 5 boxen extra toevoegen. Om intern te kunnen salderen zal een nieuwe milieumelding ingediend moeten worden. Hierbij moet een rapport overhandigd worden dat er op basis van de huidige jurisprudentie voldaan wordt aan het intern salderen.

image

Latente ruimte paardenhouderij

Aandachtspunt wat niet eerder zo actueel was als nu is de latente ruimte. Dat betekent dat stikstofruimte die enkel op papier bestaat niet meer ingezet mag worden voor intern salderen. Stel je hebt 50 paarden op de vergunning, maar je hebt maar 45 boxen dan is het per provincie verschillend hoe ze dit aanpakken. Telt de latente ruimte mee dan mag je maar 45 paarden inzetten voor intern salderen en niet de 50 die op papier staan. Er wordt dan dus gekeken naar de feitelijk gerealiseerde stikstofruimte.
 
Krijg je met intern salderen dan een natuurvergunning? Het antwoord is: nee. We gaan even verder met bovenstaand voorbeeld. Het bedrijf kan uitgroeien van 40 volwassen paarden, 6 jonge paarden en 3 pony’s naar 44 volwassen paarden, 7 jonge paarden en 3 pony’s. In hoeveelheid nemen de paarden dus toe. Maar de hoeveelheid ammoniak neemt af. Dit is intern salderen. Op basis van de huidige jurisprudentie ben je bij intern salderen niet vergunningsplichtig voor de Wnb. Er zijn geluiden dat vanaf 1-1-2024 intern salderen wel vergunningsplichtig wordt. Of deze datum gehaald gaat worden is echter nog helemaal niet zeker. Tot die tijd kun je om meer zekerheid te krijgen in je eigen milieu-/stikstofdossier een positief weigeringsbesluit aanvragen, lees hier meer hierover.

 
Extern salderen paardenhouderij

We gaan weer even uit van hetzelfde voorbeeld en dezelfde hoeveelheid paarden. Er is een milieuvergunning voor 49 paarden en je wilt uitbreiden naar 55 volwassen paarden. We hebben net gezien dat je maximaal met 4 volwassen paarden en 1 jong paard kan uitbreiden, binnen intern salderen. Wil je meer paarden houden dan is de enige optie om extern te salderen. Je moet dan stikstof aankopen van een andere boer in de directe omgeving. De stikstof die je koopt moet namelijk vrijkomen uit hetzelfde Natura 2000-gebied als waarop jouw bedrijf het uitstoot. Het gaat zo ver dat het op dezelfde hectare (hexagoon) vrij moet komen. Hoe verder de verkopende boer van jouw locatie af ligt t.o.v. het Natura 2000-gebied hoe meer stikstof je moet kopen om deze afstand te “overbruggen”.
 
Als paardenhouder ben je als kopende partij voor een boer voor een aantal paarden geen interessante koper. Voor de 5 paarden extra heb je relatief gezien maar een klein beetje stikstof nodig. Een stoppende boer verkoopt zijn stikstof liever aan een partij die alles in een keer koopt.
 
Om dit probleem op te lossen is er een micro-depositiebank. Deze is gezamenlijk door de provincies opgericht. Hier kun je stikstof kopen wanneer jouw uitstoot niet hoger is dan 0,05 mol/ha/jr. In de praktijk komen heel veel paardenhouders niet boven deze grens van 0,05 mol/ha/jr. uit. Het aankopen van stikstof via de micro-depositiebank kan dan een oplossing bieden.

 
Stop op verlenen vergunningen met stikstofdepositie

De provincie Noord-Brabant heeft op 1 maart 2023 besloten geen natuurvergunningen meer te verlenen voor projecten die een verhoging op de stikstofdepositie veroorzaken. Dit is breed uitgemeten in het nieuws. Het wordt gebracht alsof alles op slot zit. Dat ligt echter wat genuanceerder. Dat leggen we hieronder uit:

  • Alle Natura 2000-gebieden zijn opgedeeld in hexagonen (5 hoekig figuur) van 1 hectare groot. De stikstofdepositie wordt gemeten per hexagoon. Heb je een project wat op één of meerdere hexagonen voor een verhoging zorgt dan wordt de vergunning dus niet verleend, omdat dit een verslechtering is van de natuur.
  • Het gaat dus alleen om projecten met een toename aan stikstof.
  • Zo lang sprake is van een depositieafname ten opzichte van de referentiesituatie (intern salderen) is het nog wel mogelijk om vergunningen aan te vragen.
  • Bij extern salderen moet dus heel goed gekeken worden of er wel of geen toename is van een verhoging per hexagoon. In de praktijk betekent dit dat je enkel stikstof kan kopen van omliggende bedrijven. Of dat je van een ander bedrijf dat verder weg ligt veel meer stikstof moet kopen dan eigenlijk noodzakelijk is.

Heb je nog vragen? Ik sta graag voor je klaar.

Feije Smies - van Eijndhoven

Feije Smies - van Eijndhoven

Expert en strategisch adviseur hippische ruimtelijke ordening