Vergunning voor jouw paardenbak onder Omgevingswet

Nu is de bodem in jouw buitenbak waarschijnlijk nog mooi droog, maar we weten allemaal dat dit aankomende winter een heel ander verhaal kan zijn. Als je in de winter een droge buitenbak wilt hebben dan moet je nu actie ondernemen. Maar wat moet je allemaal doen om je buitenbaan vergund te krijgen? Er komt veel meer bij kijken dan onder de oude wet en tegenwoordig is dat nogal wat.

image

De eerste vergunningen voor rijbakken - die nu activiteiten worden genoemd - zijn inmiddels verleend. Onder de nieuwe Omgevingswet ging dit bij ons verrassend soepel, maar er komt bij een aanvraag van een vergunning na 1-1-2024 behoorlijk wat kijken. Of je nu particuliere paardenhouder bent of een bedrijf hebt. Wij horen niet voor niets veel mensen zeggen: ‘Moet ik dit écht allemaal doen voor een buitenbak?’ Ja, dat moet je inderdaad allemaal doen wil je snel aan de slag kunnen en wij gaan er met je doorheen lopen.

 

Als je een buitenbak wilt realiseren dan moet je rekening houden met de volgende onderdelen:

  • Het omgevingsplan
  • Landschappelijk inpassingsplan
  • Technische tekening
  • Bodemmelding
  • Flora en Fauna onderzoek
  • Omgevingsdialoog
image

Regels uit het omgevingsplan

Of je nu zelf aan de slag gaat met de vergunning voor jouw buitenbaan of dit door iemand anders laat doen; het is belangrijk om te checken in het omgevingsplan of dit überhaupt wordt toegestaan. Het omgevingsplan is nu nog vaak een van rechtswege verkregen omgevingsplan bestaande uit rijksregels (bruidsschat) en het voormalige bestemmingsplan. Meestal komt het begrip ‘paardenbak’ hier wel in voor. Je wilt dus vooral weten wat daarover geschreven staat, want aan de hand daarvan kan je pas bepalen waar je de bak mag neerleggen en hoe groot deze mag worden. Er staat bijvoorbeeld dat de paardenbak aangrenzend aan de woonbestemming moet liggen. Als jij hem dan 40 meter verder legt gaat de gemeente natuurlijk nooit akkoord met jouw aanvraag.

 

Wat de grootte betreft zien we steeds meer variatie; van 800 tot 1200 of 1500 m2. Bij die laatste maakt een gemeente vaak wel een koppeling met een longeercirkel waardoor je bak bijvoorbeeld 1200 m2 mag zijn en er daarnaast nog 300 m2 beschikbaar is voor een longeercirkel of paddock. Heel vaak hanteert een gemeente dat een buitenbak op minimaal 50 meter afstand van de buren moet liggen. De ene keer wordt dat gemeten vanaf het woonhuis en de andere keer vanaf het bestemmingsvlak van de buren. In dat laatste geval wordt het vaak wel lastiger om een geschikte plaats te bepalen. Zeker als de bak ook nog aangrenzend aan je woonperceel moet liggen kom je soms in de problemen.

 

Wanneer er in het omgevingsplan staat dat je een vergunning kunt krijgen als je aan de regels voldoet dan hoef je enkel een vergunning aan te vragen en maak je gebruik van de OPA (dit was voorheen een simpele reguliere vergunning). Loop je ertegenaan dat bepaalde regels elkaar bijten, bijvoorbeeld als je paardenbak moet aansluiten aan je bestemmingsvlak en 50 meter bij de buren vandaan moet liggen? Dan kan je het niet regelen met een simpele OPA en moet je een uitgebreidere BOPA-procedure ingaan. Als de gemeente daar tenminste aan mee wil werken, dus dat moet je eerst overleggen. Gemeenten zijn namelijk niet verplicht om mee te werken aan aanvragen die niet aan de voorwaarden voldoen. Een BOPA is een keuze en de gemeente mag ook kiezen om te weigeren. Goed voorwerk en strategisch overleg is dan ook belangrijk.

 

Het enige verschil tussen een hobbymatige locatie en een bedrijfsmatige locatie is dat je hobbymatig vaak buiten je bestemming in het agrarisch gebied je rijbaan mag realiseren. Iets wat bij een bedrijfsmatige locatie vrijwel altijd binnen het bouwvlak moet. Dan is de enige mogelijkheid om hem buiten je bouwvlak te mogen maken via een BOPA, mits de gemeente bereid is daaraan mee te werken.

 

image

Landschappelijk inpassingsplan paardenbak

Voldoe je aan de regels en hebben we bepaald waar jouw rijbaan moet/mag komen te liggen dan moet je daar vervolgens een landschappelijk inpassingsplan omheen gaan maken. Dit beslaat een stuk van je tuin en wei dat je met inheemse beplanting moet gaan intekenen. Belangrijk hierbij is om te weten wat de gemeente graag ziet, hiervoor zal je het gemeentelijk en provinciaal beleid wat over het landschap en de biodiversiteit gaat moeten bestuderen om zo aan de slag te gaan met hun ideaalbeeld van het landschap. Aan de hand hiervan maken we een ontwerp. Dit is misschien niet per se hoe jij het liefste te werk gaat, maar je wilt het zo inrichten dat je zeker weet dat het mag en je een vergunning krijgt.

 

Iedere klant die wij helpen met een vergunning voor een bak heeft zijn eigen wensen wat inrichting van tuin, erf en weilanden betreft, maar dit zijn soms hele andere dingen dan dat je nodig hebt om de vergunning te krijgen. Belangrijk is dat inheemse beplanting die in de streek voorkomen worden gebruikt en dat het landschapstype gerespecteerd wordt. Woon je in een open landschap dan is minimale toepassing van beplanting het beste uitgangspunt. Woon je in een bosrijke omgeving dan kun je bijvoorbeeld weer geen knotwilgen toepassen.

 

Technische tekening buitenbaan

Vervolgens ga je aan de slag met het maken van een technische tekening. Dat is een bouwtekening van je paardenbak. Waar je voorheen vergunningsvrij te werk kon gaan als je gewoon wat palen met lint neerzette, is dat met de nieuwe wet helaas niet meer zo. Dit heeft te maken met de knip die de Omgevingswet heeft gemaakt in het vergunningenstelsel. Je hebt enerzijds een vergunning nodig voor het ruimtelijke deel: mag jij jouw grond gebruiken voor een paardenbak. Dit noemen we nu de omgevingsplan activiteit. Daarnaast heb je een bouwvergunning nodig om de werkzaamheden te mogen realiseren. Dit heet nu de bouwtechnische activiteit. Maar daarmee ben je er nog niet: je moet ook nog een melding maken voor het aanbrengen van de grond als je grond laat aanvoeren voor je bak. Leg je drainage of een eb- en vloedsysteem aan, dan moet je mogelijk ook bij het waterschap een melding doen. Je hebt nu dus hoogstwaarschijnlijk 3 vergunningen nodig:

  • Omgevingsplan activiteit – deze staat toe dat je de grond mag gebruiken als paardenbak
  • Bouwtechnische activiteit – dit is je bouwvergunning
  • Milieuactiviteit – deze is nodig wanneer je meer dan 25m3 grond aanbrengt.
image

Bodemmelding paardenbak

Als je grond gaat aanvoeren dan ben jij zelf verantwoordelijk voor het melden daarvan, je kunt ook afspreken dat de leverancier van de grond deze melding voor je doet. Je moet aantonen dat je gecertificeerde grond hebt gebruikt, de hoeveelheid aangeven en waar deze vandaan komt. Tussen de 25m3 en 50m3 is een melding voldoende; boven de 50m3 is er een vergunning nodig. Bij een simpele rijbak zit je al snel boven de 50m3.

 

Archeologisch onderzoek

Waar je ook naar moet kijken is of er nog archeologisch onderzoek nodig is. Dat hangt af van hoe jij de bak maakt en is in ieder geval weer anders. Keer jij de grond om en hoe diep ga je dan graven of maak je gebruik van een eb- en vloed- of drainagesysteem? Er zijn tegenwoordig ook eb- en vloedleveranciers die de bak bovenop je grond kunnen leggen waardoor je niet hoeft af te graven. Iets wat voor een groot deel verantwoordelijk is voor de nood van dit onderzoek. Als wij een vergunning aanvragen dan proberen we altijd onder het archeologisch onderzoek uit te komen door de bak zo op te bouwen of af te graven dat dit niet nodig is. Het kan vaak ook nog schelen waar je hem op je perceel neerlegt. De grenzen van archeologie lopen soms best raar waardoor je op de ene plek tot 50 cm mag afgraven en op de andere maar tot 30. Het is dus verstandig om bij het bepalen van de locatie van je bak rekening te houden met de regels van archeologie. Dit kan je een hoop onderzoekskosten schelen.

 

Flora en Fauna onderzoek

Een onderdeel dat veel strenger is geworden is de zorgplicht voor de flora en fauna. De zorgplicht bestond al maar is nu een vast onderdeel geworden van iedere vergunningaanvraag waardoor gemeenten hier veel strakker op zitten. Je moet kunnen aantonen of jij met de aanleg van je buitenbaan de flora en fauna schaadt. Daarvoor word je verwezen naar de BESI. Dit is een nieuw systeem waar jij je gegevens invult en dat vervolgens kijkt of er binnen een straal van 1 kilometer beschermde dier- of plantensoorten voorkomen. Omdat jij je paardenbak waarschijnlijk in het buitengebied wilt realiseren, zit er altijd wel iets: een veldmuis, een mus of een plant waar rekening mee gehouden moet worden. Onder de Omgevingswet moet je nu aantonen dat er een evenwichtige toedeling aan functies en locaties plaatsvindt en dat doe je met een Flora en Fauna onderzoek. Heb je een praktische gemeente dan kom je daar misschien nog onderuit, omdat het eerder ook niet nodig was. Maar in veel gemeenten stellen ze het toch echt wel verplicht. Als uit dat onderzoek blijkt dat de flora en/of fauna wordt geschaad dan moet je met een landschappelijk inpassingsplan aantonen dat je natuur terugbrengt voor de natuur die je afneemt met het realiseren van je paardenbak.

image

Omgevingsdialoog

Een nieuw verplicht onderdeel binnen de Omgevingswet is participatie. Bij iedere aanvraag die we indienen moeten we aantonen dat de buurt en directe omgeving op de hoogte is gesteld van jouw plan. Jouw nieuw rijbaan mag sowieso geen overlast veroorzaken voor de buurt en daarom moet je een omgevingsdialoog doen. Enerzijds moet je hierin zetten of je de buren hebt gesproken en hoe en vervolgens vraagt de gemeente hiervan ook een verslag. Het gaat er niet zozeer om dat de buren jouw aanvraag goedkeuren, maar wel dat ze op de hoogte zijn en je ze in de gelegenheid hebt gesteld om te reageren. Aangezien paardenbakken een groot oppervlak hebben en ook zichtbaar zijn voor mensen die achter je wonen, moet je die ook meenemen in je buurtonderzoek. Eigenlijk iedereen die uitzicht heeft op jouw paardenbak moet je benaderen. Dit was altijd een optioneel onderdeel van je vergunningsaanvraag, maar is nu echt een vast onderdeel.

 

Kosten vergunning

Als je alle bovenstaande stappen hebt doorlopen dan kan je de vergunning bij de gemeente aanvragen. Dat het nieuwe systeem het makkelijk moet maken is allang achterhaald. Je moet niet alleen het omgevingsplan beoordelen dat uit twee delen bestaat (het oude bestemmingsplan en de bruidsschat), maar vervolgens ook in het Bal en BKL kijken of er bepaalde zaken uitgesloten kunnen worden. Het is dus veel meer uitzoekwerk. Met één druk op de knop alles inzien is allesbehalve waar. Even een vergunning voor een buitenbak aanvragen lukt je dus niet voor 800 euro als je daar een professioneel bureau zoals Mount advies voor inschakelt. Je bent al snel 3.000 euro verder, maar dan weet je wel zeker dat het goed is en jij je vergunning krijgt.

 

Kan er dan helemaal niets meer vergunningsvrij?

In enkele gevallen zijn er nog mogelijkheden om vergunningsvrij een bak aan te leggen. Belangrijkste voor een bak aan huis is dat deze in zijn geheel binnen je woonbestemming/bouwvlak wordt geplaatst en achter de voorgevel van je woning komt te liggen. Dan ben je er echter nog niet. Waar voorheen de vergunningsvrije regels landelijk waren bepaald hebben gemeenten onder de Omgevingswet de vrijheid gekregen om zelf vergunningsvrije regels te stellen. Dit betekent grote verschillen. Het kan dus nog steeds dat je je buitenbak vergunningsvrij in je achtererf kan plaatsen als je geen grond aanvoert, geen betonrand aanbrengt en geen vaste omheining plaatst. Maar dit is geheel afhankelijk van de regels die jouw gemeente aan de buitenbak stelt.

 

Wil jij direct aan de slag met een vergunning? Neem dan contact met ons op, zodat wij dit voor je uit handen kunnen nemen.

Heb je nog vragen? Ik sta graag voor je klaar.

Feije Smies - van Eijndhoven

Feije Smies - van Eijndhoven

Expert en strategisch adviseur hippische ruimtelijke ordening