Gevolgen van de Omgevingswet voor hippische ondernemers

De nieuwe Omgevingswet heeft op iedereen invloed. Of je nu paarden aan huis houdt of een hippisch bedrijf hebt. In de voorgaande regelgeving hadden hippische bedrijven, naast de regels van de Wet ruimtelijke ordening, te maken met de Wet milieubeheer (activiteitenbesluit), Wet geurhinder en veehouderij en Wet natuurbescherming. Al deze regels zijn nu ondergebracht in één Omgevingswet.

image

Onder de oude wet werd een vergunning toegekend op basis van het begrip 'inrichting', waarbij de nadruk lag op de fysieke locatie van agrarische bedrijven. Met de invoering van de Omgevingswet is de aandacht verschoven naar de specifieke activiteiten die op een bepaalde locatie plaatsvinden. Het begrip 'milieubelastende activiteit' staat hierbij centraal, verwijzend naar activiteiten die schadelijke effecten voor het milieu kunnen hebben, met uitzondering van lozingen op een oppervlaktelichaam, zuiveringstechnische werken of wateronttrekkingsactiviteiten.

 

Milieubelastende activiteiten

Met de nieuwe Omgevingswet krijgen gemeenten de mogelijkheid om zelfstandig regels op te stellen voor activiteiten. Dit betekent dat het beoordelingsproces van je bedrijfsactiviteiten kan verschillen per gemeente, met diverse voorschriften. Het kan dus straks zo zijn dat binnen de ene gemeente je al een vergunningplichtige milieubelastende activiteit hebt bij 10 paarden en bij de andere gemeente pas bij 100 paarden.

 

Voor bepaalde activiteiten met milieubelasting gelden nationale regels die zijn vastgelegd in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Daarnaast kunnen er op lokaal niveau, bijvoorbeeld in het omgevingsplan, voorschriften zijn opgenomen met betrekking tot milieubelastende activiteiten. Zelfs als jouw activiteiten niet specifiek worden genoemd in het Bal, is het raadzaam te onderzoeken of de gemeente specifieke regels hanteert voor jouw activiteit. Wanneer je activiteit wel vermeld staat in het Bal, worden daar de geldende regels voor die specifieke milieubelastende activiteit aangegeven. Bovendien kunnen er maatwerkvoorschriften van kracht zijn. Tot slot kan het zijn dat je plannen geen vergunning vereisen.

image

Waar vind je welke regels?

Regels met betrekking tot het ruimtelijke domein staan beschreven in het van rechtswege geldige Omgevingsplan. Hierin staat een groot aantal landelijke regels die voor iedereen gelden. Op de regels van het voorheen geldende bestemmingsplan kan nog steeds worden teruggevallen. De landelijke regels in het omgevingsplan komen uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL). In het BKL staan de omgevingswaarde, instructieregels en beoordelingsregels voor de gemeente en regels voor monitoring.

 

Alle technische regels waar gemeenten zich aan moeten houden zijn opgenomen in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Hierin zijn alle regels van het voorheen bestaande bouwbesluit overgenomen.  

 

Regels omtrent milieu zijn opgenomen in het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal). Deze regels gelden niet enkel voor bedrijven maar ook voor particulieren.

 

Daarnaast zijn er regels opgenomen in de bruidsschat. Dit is een set met standaardregels die iedere gemeente ‘krijgt’ van het Rijk. De bruidsschat omvat standaardregels zoals we die nu ook kennen over bijvoorbeeld vergunningsvrij bouwen en is opgesteld om te voorkomen dat er geen regels verdwijnen. Het verschil tussen de oude en nieuwe wetgeving is dat deze algemene regels eerst landelijk waren bepaald. Nu mogen gemeenten alle regels binnen een bepaalde bandbreedte uit deze bruidsschat zelf aanpassen, veranderen en in sommige gevallen zelfs schrappen. Hierdoor kunnen grote verschillen tussen gemeenten ontstaan.

 

Bal voor paardenbedrijven

Zoals hierboven gezegd zijn de regels uit het Activiteitenbesluit opgenomen in het Bal. Voor paarden zijn er echter maar een paar regels opgenomen. In dit document worden paarden enkel beschreven in de functie fokkerij. Het berijden van paarden is weer opgenomen in de Bruidsschat. Paarden en pony’s die gebruikt worden om mee te fokken worden geschaald onder landbouwhuisdieren. Deze activiteit is milieubelastend als er meer dan 25 worden gehouden en vergunningsplichtig bij meer dan 50 paarden of pony’s van drie jaar en ouder. Vervolgens is het per gemeente afhankelijk van wat ze hierover in het omgevingsplan opnemen of het wel of niet nodig is om hiervoor een melding in te dienen. Een gemeente mag hier dus vanaf wijken. Het is daarom belangrijk om het omgevingsplan te kennen, zeker als er wijzigingen in het bedrijf plaatsvinden. Voorheen was er pas bij 100 volwassen paarden een vergunning nodig, maar dat is nu dus verlaagd naar 50 paarden. Let er wel op dat wanneer het aantal gehouden paarden misschien geen milieubelastende activiteit of vergunningsplichtig is, andere activiteiten op je bedrijf dat wel kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan mestopslag en een gastank.

image

Regels mestopslag paardenhouders

Wanneer je als paardenhouder meer dan 3 m3 aan mest wilt opslaan en het ligt twee weken of langer op één plek dan geldt dit als een milieubelastende activiteit. Dit betekent dat het verboden is, tenzij je hier minstens vier weken van tevoren een melding van maakt bij de gemeente. Deze melding bevat het totaalvolume van de opslagcapaciteit in kubieke meters bij een opslag van meer dan 600 m3. Als je iets aan deze activiteit wijzigt dan moet je dit ook minimaal vier weken van tevoren melden. Meldingen kan je doen via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

 

Geurhinder paarden onder Omgevingswet

Alle regels die gingen over de geur waren opgenomen in de Wet geurhinder en veehouderij. Nu is deze regelgeving neergelegd bij gemeenten en moeten zij geurregels voor veehouderijen opnemen in het omgevingsplan. Veel gemeenten hebben dit nog niet gedaan, omdat ze nog tot 2032 de tijd hebben om al deze plannen vast te stellen. Voor paarden geldt nog steeds dat ze geen geuremissiefactor kennen. Hierdoor wordt er ook onder de Omgevingswet gerekend met vaste afstanden. Deze zijn gelijk gebleven aan de Wet geurhinder en veehouderij. Zie ook het artikel hierover. De gemeente kan echter wel de keuze maken om deze afstanden te verkleinen.

 

Wanneer is er sprake van een milieubelastende activiteit?

Helaas is hier geen eenduidig antwoord voor, maar we kunnen je wel een stappenplan geven om hierachter te komen.

  1. Staat de activiteit als milieubelastend in hoofdstuk 3 van het Bal?
  2. Kijk in de richtingaanwijzer. Per paragraaf van hoofdstuk 3 is er een artikel dat aangeeft welke inhoudelijke regels van hoofdstuk 4 en 5 van toepassing zijn. Daarnaast geldt altijd de specifieke zorgplicht.
  3. Kijk of de milieubelastende activiteit vergunningsplichtig is. Dit kan je per paragraaf in hoofdstuk 3 van het Bal terugvinden.
  4. Kijk in hoofdstuk 4 of je een melding moet doen voordat je met de activiteit mag beginnen.
  5. Kijk welke andere informatie je nog aan moet leveren bij het bevoegd gezag. Dit staat beschreven in de artikelen behoren bij de activiteit.
  6. Kijk of er decentrale regels zijn voor de milieubelastende activiteit. Deze zal je voornamelijk vinden in het omgevingsplan en in zeldzame gevallen in de omgevings- of waterschapsverordening. Voor milieubelastende activiteiten in decentrale regels gelden ook de stappen 3, 4 en 5. Deze decentrale regels kunnen vergunningsplichten, meldingsplichten en andere informatieplichten bevatten.
  7. Check of het bevoegd gezag is afgeweken van het Bal of de decentrale regels. In individuele gevallen kan het zijn dat er gewerkt wordt met maatwerkvoorschriften, vergunningsvoorschriften en gelijkwaardige maatregelen.
image

Wet natuurbescherming

Ook de Wet natuurbescherming is onder de Aanvullingswet natuur Omgevingswet komen te vallen. Wanneer er sprake is van uitstoot op een omliggend Natura-2000 gebied, kan er een vergunning flora- en fauna-activiteit worden aangevraagd bij de betreffende provincie waarin het Natura-2000 gebied is gelegen. Bij deze vergunningsaanvraag behoort een berekening met AERIUS Calculator waaruit blijkt op welk gebied er depositie is. Wanneer er geen sprake is van depositie is er ook geen vergunning voor een flora- en fauna-activiteit nodig.

 

Stappen voor hippische ondernemers in de Omgevingswet

Het belangrijkste is om het omgevingsplan in de gaten te houden. Alle Nederlandse gemeenten hebben tot en met 2032 de tijd om hun omgevingsplan vast te stellen. Ze moeten zich uiteraard houden aan de instructies die zijn opgesteld, maar hebben wel de ruimte om regels te verscherpen. Zo mogen ze geurafstanden bijvoorbeeld verkleinen, maar ook het aantal te houden dieren verlagen. Dit kan grote gevolgen hebben voor hippische ondernemers. Zeker wanneer er in de toekomst uitbreidingsplannen zijn is het van belang om het omgevingsplan in de gaten te houden. Als hier mogelijkheden voor paardenhouderijen in zijn opgenomen kunnen deze wellicht worden gebruikt. Anderzijds bestaan er ook opties zoals een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA).

 

De Activiteitenbesluit Internet Module is nog te gebruiken tot 1 juli 2024, enkel om bestanden op te halen. Een melding activiteitenbesluit bestaat niet meer. Er moet dus worden gecontroleerd voor welke milieubelastende activiteiten er een melding moet worden gedaan in het Omgevingsloket. Staat er in de regels van het Bal niet beschreven dat er een melding benodigd is voor de activiteit, dan is dit ook niet nodig.

 

Meer lezen over de Omgevingswet? Bekijk ook onze andere artikelen hierover:

Nieuwe termen in de Omgevingswet

De Omgevingswet in de praktijk

 

Heb je nog vragen? Ik sta graag voor je klaar.

Feije Smies - van Eijndhoven

Feije Smies - van Eijndhoven

Expert en strategisch adviseur hippische ruimtelijke ordening