Paardenfaciliteiten: wat mag ik?

Als paardenhouder heb je vaak maar een beperkte ruimte om je droomfaciliteiten in te realiseren. Zeker particulieren komen altijd ruimte tekort, maar ook voor bedrijven is het geregeld een heel gepuzzel om alle noodzakelijke faciliteiten zoals een stapmolen, longeercirkel, paddocks, parkeerplaatsen en mesthoop op een logische plek binnen je bouwblok in te passen. In dit artikel leggen we alles uit over de regels op het gebied van Ruimtelijke Ordening voor je paardenfaciliteiten.

image

Regels particuliere paardenhouder

Er zijn steeds meer (landelijke) gemeentes die regels hebben om een paardenbak toe te staan buiten de woonbestemming. Als er geen regels zijn opgenomen dan is het niet mogelijk om buiten je woonbestemming je paardenfaciliteiten te realiseren. Enkel binnen de woonbestemming zijn er dan mogelijkheden. Maar wat we vaak zien is dat de woonbestemming te klein is om daarbinnen een fatsoenlijke bak te maken. Daarnaast zien we, helaas, steeds vaker regels voor het toestaan van paardenbakken gecombineerd worden met longeercirkel of stapmolen. Al deze faciliteiten bij elkaar mogen dan maximaal 1000-1200m2 in beslag nemen buiten de woonbestemming. Je kunt zelf wel uitrekenen dat je met een bak van 20 x 40 al weinig overhoudt, laat staan met een grotere buitenbak. Dus dat wordt kiezen, of je moet onderzoeken of je binnen je woonbestemming al een deel van je faciliteiten zoals de stapmolen kwijt kunt of een deel van de buitenbak.
 
Om het nog een stukje ingewikkelder te maken: er zijn dus meestal regels voor wat je buiten je woonbestemming mag, maar er zijn steeds meer gemeentes die ook regels opnemen voor alles wat binnen woonbestemming wel en niet is toegestaan. Eerst kon vaak binnen je woonbestemming alles vergunningsvrij gerealiseerd worden, maar dat gaat helaas niet meer op.
 


Regelgeving paardenbedrijven

Daar waar bij hobbymatig paardenhouden er nog mogelijkheden zijn om buiten je woonbestemming iets te regelen met een vergunning, is dat bij paardenbedrijven anders. Bij een paardenbedrijf moeten alle voorzieningen binnen het bouwblok gerealiseerd worden. Faciliteiten buiten het bouwblok worden eigenlijk nooit toegestaan. Wel zijn er allerlei aanvullende regels voor de verschillende faciliteiten. Bij gemeentes spreken de meeste ambtenaren natuurlijk niet de taal van de paardenhouders en andersom. Wat wij met een longeercirkel of stapmolen bedoelen daar hebben ze bij de gemeente vaak geen idee van. Ambtenaren hanteren vaak ‘De paardenhouderij in het omgevingsrecht’ dat de Sectorraad Paarden opstelde in 2014. Dit document is inmiddels wat verouderd, maar gemeentes houden die stukken vaak aan als richtlijn.

 

Rijbaan vergunningsvrij?

De eerste vraag die door particuliere paardenhouders altijd gesteld wordt is: heb ik een vergunning voor mijn rijbak nodig? In veel gevallen is er inderdaad een vergunning nodig. Dat komt omdat in de meeste situaties de buitenbak deels of geheel buiten de woonbestemming of het bouwblok valt, omdat deze niet groot genoeg is. Helaas zien we in de praktijk dat de bouwblokken en woonbestemmingen zo klein zijn ingetekend dat er bijna nooit een 20 x 40 meter bak in past, laat staan een 20 x 60 baan. Ligt de bak geheel of gedeeltelijk buiten je bouwblok of woonbestemming, dan ontkom je er dus niet aan om een vergunning aan te vragen. Lees hierover meer in dit uitgebreide artikel. Bedrijven mogen in sommige gevallen een buitenpiste zonder vergunning aanleggen, maar dat is lang niet altijd het geval. Daarbij is het helaas ook nog zo dat de regels van de gemeentes tot op heden niet zijn ingespeeld op de enorme groei binnen de hippische sector. Wil je meer weten over deze regelgeving, bekijk dan dit artikel. Dit zijn de regels die onder het huidige recht gelden. Volgend jaar zal er met de komst van de Omgevingswet veel gaan veranderen.

image

Vergunning paddock

Om erachter te komen of je een paddock mag realiseren zijn twee hoofdvragen belangrijk:

  1. Binnen welke bestemming komt de paddock te liggen?
  2. Hoe ga je de paddock maken?

Ligt de paddock binnen het bouwvlak, dan zijn er vaak mogelijkheden om de paddock aan te leggen. Afhankelijk van de uitvoering heb je dan nog wel één of meerdere vergunningen nodig. Ligt de paddock buiten het bouwvlak, dan wordt het al een heel stuk lastiger. Vervolgens is de uitvoering van de paddock heel belangrijk. Dit knippen we op in meerdere onderdelen:

  • Wat voor omheining (hekwerk of lint) ga je plaatsen?
  • Breng je een border aan van beton of hout?
  • Ga je een speciale bodem aanleggen of zet je gewoon een stuk wei af?
  • Ga je graven, egaliseren of ophogen?

Als er een duidelijk beeld is van hoe je de paddock gaat maken moet dit vervolgens aan het bestemmingsplan worden getoetst. Het kan zijn dat je in de ene gemeente nergens een vergunning voor nodig hebt en de andere gemeente zowel een aanlegvergunning, bouwvergunning, bodemonderzoek en mogelijk ook archeologisch onderzoek vraagt. En dan komt het ook nog heel vaak voor dat een paddock gewoonweg niet is toegestaan.
 
Veel mensen denken dat binnen een agrarische bestemming een paddock direct is toegestaan want je mag een paard toch ook in de wei zetten? Helaas is dat niet zo omdat een paddock (afhankelijk van de uitvoering) vaak gezien wordt als ‘een bouwwerk geen gebouw zijnde’. Deze is alleen binnen het bouwvlak toegestaan en dus niet in de wei.
 
Omdat de regels per gemeente verschillend zijn is er geen pasklaar antwoord op de vraag of je een paddock mag plaatsen. Op hoofdlijnen gelden de volgende regels:

  • Buiten het bouwvlak is een paddock niet (direct) toegestaan
  • Heb je vaste omheining dan heb je hiervoor (mogelijk) een bouwvergunning nodig hebt voor het plaatsen van het hek
  • Heb je vaste omheining en een border dan heb je grote kans dat je een bouwvergunning nodig hebt voor het plaatsen van het hek
  • Ga je de grond ophogen, egaliseren of afgraven dan heb je mogelijk een aanlegvergunning nodig
     

Maar zoals eerder uitgelegd, verschilt het beleid per gemeente en is het dus altijd verstandig om in de voor jou geldende regels te duiken. Lees in dit artikel meer over paddockregels.

image

Regels rijbaanverlichting

De meeste bedrijven hebben inmiddels een binnenbaan met verlichting, waardoor de noodzaak voor buitenverlichting er niet direct is, maar als particulier is dit vaak wel een grote wens om in de winter ook na werktijd door te kunnen trainen. De lichtmasten worden alleen vaak gezien als overlast voor de omgeving en daardoor stellen steeds meer gemeentes hier beleid over op. In het gunstigste geval mag je bij een rijbaan van 20 x 40 vier lichtmasten plaatsen en bij een baan van 20 x 60 nog twee extra. Maar natuurlijk zijn er altijd zaken die invloed hebben op wat mag en niet, zoals de afstand tot een bos of natuurgebied en omwonenden. Het is daarnaast per gemeente verschillend hoe hoog deze lichtmast mag zijn. Wel is het zo dat je voor lichtmasten altijd een vergunning nodig hebt.
 
Paardenhouders willen vaak het aantal en de hoogte van de lichtmasten zo laag mogelijk houden. Hierdoor ontstaat echter veel strooilicht en lichtvervuiling omdat een kleine lage lamp een groot oppervlak moet verlichten. Wanneer het aantal lichtmasten en de hoogte van de lichtmasten wordt vergroot kan een bak veel beter en specifieker verlicht worden. Het licht kan dan immers beter afgestemd worden. Hierdoor is er ook minder lichtvervuiling en strooilicht, wat een positief effect heeft op de omgeving en natuur. Op basis van het vigerende bestemmingsplan zijn lichtmasten van 6 meter hoog toegestaan. Dit is echter bedoeld voor paardenbakken van maximaal 20 x 60 meter. De onderhavige vergunning richt zich op realisatie van een paardenbak van 30 x 70 meter. Om de gehele bak te kunnen verlichten en geen licht overlast te veroorzaken is een lichtmasthoogte van 8 meter noodzakelijk.


 
Regelgeving longeercirkel & stapmolen

Een stapmolen of trainingsmolen zien we steeds vaker voorbijkomen, ook bij de particuliere paardenhouder. Voor zowel een stapmolen als longeercirkel geldt in sommige gevallen dat als je hem niet overdekt deze buiten het bouwvlak geplaatst mag worden bij particulieren. Maar dit hangt wel af van de systematiek van je bestemmingsplan. Dat wil zeggen: welke regels heeft de gemeente opgenomen voor aanlegvergunningen, bouwwerk geen gebouw zijnde en welke hoogtes hanteren ze daarvoor. Voor bedrijven geldt dat in principe alle voorzieningen binnen het bouwblok moeten liggen.
 
Wanneer je deze faciliteiten wel overdekt wilt hebben dan is het bij een bedrijf een bedrijfsgebouw en moet het aan de algemene bouwregels voldoen. Wat we wel vaak zien is dat deze bouwwerken in een hoekje worden weggezet, waardoor ze in de praktijk vaak (half) buiten het bouwblok liggen of er net binnen. Waar je als bedrijf op moet letten zijn de regels die gelden voor bouwen binnen het bouwblok. Veel bestemmingsplannen hebben als regel dat je 5 meter afstand moet houden van de bouwperceelgrens. Zet je de stapmolen weg in een hoekje dan voldoe je hier dus niet aan. Deze regel geldt ook als je bouwwerk voor het overige deel vergunningsvrij opgebouwd kan worden. Check dus even goed waar je volgens je bestemmingsplan precies mag bouwen.
 
Naast bouwregels kunnen er ook milieuregels geleden. Stapmolens en longeercirkels zijn trainingsfaciliteiten en worden daarom in het kader van milieuwetgeving niet gezien als dierenverblijf. Daarom hoef je hier geen rekening te houden met de afstand tot de woning van de buren op basis van de milieuwetgeving. Wat we wel vaak zien bij particulieren is wanneer de gemeente regels heeft voor een stapmolen of longeercirkel dat deze op 50 meter afstand moet liggen van woningen van de buren. Bij bedrijven komt deze regel dan weer niet terug.

image

Omheining

Het plaatsen van een omheining of hekwerk kan vergunningsvrij, al zullen gemeentes je vaak vertellen dat je hier technisch gesproken een vergunning voor nodig hebt. Er zijn nu nog landelijke regels om je omheining vergunningsvrij te plaatsen. Vanaf 2024 - met een overgangstermijn tot 2032 - hebben gemeentes de tijd om de regels aan te passen en komt de verantwoordelijkheid hiervan bij de gemeente te liggen.
 
Is je hekwerk niet hoger dan één meter dan is deze altijd vergunningsvrij. Voor de meeste paardenhouders is dit natuurlijk niet hoog genoeg. Er zijn mogelijkheden om tot 2 meter hoog omheiningen vergunningsvrij te realiseren. In dat geval gelden de volgende regels:

  • Het hekwerk wordt geplaatst op een erf of perceel waar al een gebouw staat en waarmee het hekwerk een functionele relatie heeft
  • Het hekwerk wordt achter de voorgevelrooilijn gerealiseerd
  • Het hekwerk wordt op meer dan 1 meter afstand van openbaar toegankelijk gebied opgericht, tenzij er geen welstandeisen vanuit gemeentelijk beleid van toepassing zijn

Daarnaast is er veel (juridische) discussie of alleen de erfafscheiding of ook het opdelen van je perceel in verschillende weides vergunningsvrij mag. Dat is altijd weer een puzzel en daar helpen we je graag mee. Het antwoord op de vraag of je de omheining mag plaatsen is dus zoals bij veel kwesties afhankelijk van de situatie.  


Opslag binnen de normen

Je ziet bij veel paardenhouders dat ze buiten op hun erf de pakken hooi opslaan, maar eigenlijk is dit nooit toegestaan, tenzij de gemeente heeft bepaald dat dit wel mag. Binnen je bouwvlak of woonbestemming is het vaak wel mogelijk, maar daarbuiten is het meestal geen optie. Onder buitenopslag kan je onder andere hooibalen verstaan. Je mag één baal hooi die je op dat moment gebruikt wel neerleggen, maar je mag geen 20 balen opslaan. Wanneer je een agrarische bestemming hebt, is vaak geregeld dat het wel mag. Er wordt niet vaak op gehandhaafd, maar we hebben het een keer gezien bij een burenruzie en dan moet je het dus echt weghalen.
 
Niet iedereen wil verpakt hooi voeren en je hebt natuurlijk nog het stro en ander voer wat je wilt opslaan. Dan kom je uit bij binnenopslag. Dit valt gewoon onder de bedrijfsgebouwen of de ruimte waar je dit opslaat moet als bijgebouw op het bouwblok van je woning passen. Als bedrijf heb je geen maximale opslagruimte, dat ligt aan wat je totaal mag bouwen. In de woonbestemming is het afhankelijk van wat je al hebt gebouwd en wat je nog vergunningsvrij mag bijbouwen, al gaan die regels volgend jaar wel helemaal op de schop. Als je een woonbestemming hebt met veel schuurruimte dan is het per provincie verschillend, maar mag je 1000 m2 statische opslag gebruiken. Dat wil zeggen dingen die je vrijwel niet verplaatst; in de praktijk vallen hooi en stro daar niet onder.

image

Verharding & Parkeren

Binnen je bouwvlak en woonbestemming mag je de boel verharden, maar daarbuiten niet. Op agrarische bestemmingen zie je in de oudere bestemmingsplannen dat er regels zijn voor veepaden waardoor je 100m2 mag verharden, maar deze regel wordt steeds minder in nieuwe bestemmingsplannen toegepast. Bij het verharden van je erf gaat het daarnaast ook steeds vaker over klimaatadaptatie en waterinfiltratie, dus hoe je omgaat met het water als je heel je terrein verhardt. Gemeentes en waterschappen kunnen eisen stellen aan het soort verharding, de waterdoorlaatbaarheid en opslag van het water. Het is dus goed om daar zelf al over na te denken en niet zomaar beton of asfalt te storten. Semi-verharding kan ook een optie zijn, maar daar zie je na twee jaar niks meer van. Voor een parkeerplaats kan dit wel een uitkomst zijn. Als je verharding, welke soort dan ook, buiten je bouwblok wilt leggen is het per gemeente verschillend of dat is toegestaan of dat je daar een vergunning voor nodig hebt. Dat is dus iets wat je altijd moet laten uitzoeken.

 
Opvang hemelwater

Steeds vaker, zeker als je een plan indient waarvoor het bestemmingsplan moet wijzigen, is het verplicht om al het hemelwater op het terrein op te vangen en dit wordt steeds strenger. Bij de woningbouw gebruiken ze daarvoor vaak infiltratiekratten, maar gemeentes en waterschappen willen liever natuurlijke infiltratie zoals een wadi en sloot om water zo snel mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Elk waterschap heeft eigen eisen hoeveel kuub je moet kunnen opvangen en afvoeren per uur. Heb je een grote bedrijfslocatie (circa 1,5 hectare) dan praat je al snel over een wadi van 600-700m3. De ene gemeente is van mening dat de infiltratievoorziening binnen je bouwblok moet komen te liggen en bij de andere mag het ook erbuiten. Daarnaast mag je er voor nieuwbouw niet zomaar van uitgaan dat je het hemelwater op een bestaande sloot of wadi mag afkoppelen. Bij nieuwbouw kun je erop rekenen dat er dus ook een extra infiltratievoorziening aangelegd wordt. Zeker als je bij je bedrijf iets nieuws gaat ontwikkelen moet je hier goed rekening mee houden.
 


Regelgeving mesthoop

En tot slot de mesthoop die, wanneer hij groter is dan 3 kuub ervoor zorgt dat je locatie wordt gezien als inrichting waardoor je moet voldoen aan de regels van de Wet geurhinder en veehouderij (Wvg). Dit geldt dus ook als je hobbymatig paarden houdt en dit verandert niet onder de Omgevingswet!
 
Dan zijn er ook nog wetten voor de bescherming van bodem en het grondwater. Op basis van deze wetten moet de mesthoop vloeistofdicht zijn en mag hij niet dicht bij sloten en ander oppervlaktewater liggen. Er zijn geen harde eisen wat afstanden betreft, je moet voorkomen dat mestwater in de bodem of het oppervlaktewater kan lopen. Dit brengt gelijk de volgende uitdaging met zich mee: regenwater. Je moet voorkomen dat er sprake is van uitloop, maar mag de afvoer niet op de riolering of oppervlaktewater aansluiten. Eigenlijk moet je er dus altijd een put onder hebben.
 
En als laatste lopen veel mensen aan tegen de plaats waar de mesthoop mag komen en of dit uberhaupt is toegestaan door de gemeente. Een mesthoop is een bouwwerk geen gebouw zijnde waardoor het afhankelijk is van de regels in het bestemmingsplan of deze buiten je bouwvlak of woonbestemming gebouwd mag worden. Deze regels zijn per gemeente verschillend. Voor particulieren zijn er vaak geen mogelijkheden om er een te bouwen en is het plaatsen van een container de beste oplossing. Het plaatsen hiervan is juridisch gezien niet vergunningsvrij. Een andere oplossing is om alles op een aanhanger te laden en deze zo nu en dan te lossen.
 

Heb je nog vragen? Ik sta graag voor je klaar.

Feije Smies - van Eijndhoven

Feije Smies - van Eijndhoven

Expert en strategisch adviseur hippische ruimtelijke ordening