In de praktijk gaat het vaak mis wanneer het gaat over paddocks. Ze mogen niet gebouwd worden of blijken achteraf niet in de vergunning te zijn opgenomen. In dit artikel leggen we uit hoe dit kan en wat je juist wel moet doen wanneer je paddocks aan wilt leggen.
Waar het eigenlijk altijd als eerste misgaat is dat de ambtenaren geen flauw benul hebben wat een paddock is. En daarnaast is een paddock al helemaal niet opgenomen in het bestemmingsplan, redenen genoeg voor de gemeente om het af te keuren. Logisch ook als je bedenkt wat we hierboven uitleggen. Jij zou ook niet zomaar een bouwwerk op je perceel neer willen zetten waarvan je niet eens weet wat het is of wat de regels daarvoor zijn.
Wat is een paddock?
Om iedereen een eenduidig beeld te geven van wat een paddock is en waar deze voor dient, duiken we in ‘De paardenhouderij in het Omgevingsrecht’. Hierin staat de volgende definitie:
Paddock: Een ruimte waar een of meerdere paarden ter ontspanning en naar eigen inzicht vrij kunnen bewegen. Aanbeveling oppervlak: circa 360 m2 per paard. Dit is ook de definitie die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft. Ook vertellen zij in een publicatie dat een paddock bij ieder type paardenhouderij gewenst is ten behoeve van de uitoefening van natuurlijk gedrag van een paard. Het Keurmerk Paarden Welzijn en de FNRS hebben daarnaast een minimale maat voor een gewenste paddock gesteld. Zij geven aan dat een paard minimaal 5 galopsprongen moet kunnen maken in een paddock. De lengte moet daarom minimaal 15 meter zijn en de breedte minimaal 7,5 meter.
Een paddock kan dan ook gezien worden als een kleine vrije uitloopruimte voor paarden om te voorkomen dat ze de gehele dag op stal staan. Of het zorgt er juist voor dat de paarden buiten de wei niet kapotlopen. Paddocks zijn voorzien van een speciale bodem, in de meeste gevallen bestaande uit geel zand. Dit is droger, fijner en laat beter het water door dan bijvoorbeeld zwart zand. Een klein afgezet stuk weiland waar geen aanpassingen aan de bodem worden gedaan is dus geen paddock! Wanneer paarden lang in de modder staan dan kan dit infecties aan de hoeven en benen veroorzaken. Paddocks zijn een ideaal middel om paarden vrije beweging te bieden op een droog stuk grond, zonder dat de wei overbelast wordt.
Waarom willen paardenhouders een paddock?
Op veel paardenhouderijen zijn paddocks te vinden en veel paardenhouders hebben hier graag de beschikking over om een aantal redenen. Een paddock spaart in de natte maanden het weiland. Paarden lopen natte weilanden vaak snel kapot en dat is niet goed voor de bodem, maar ook niet voor de paarden. Wanneer ze langdurig in de modder staan kunnen infecties in hoeven en benen optreden. Daarnaast kunnen jonge paarden en veulens ook afwijkingen aan de beenstand ontwikkelen, omdat zij geen harde ondergrond hebben om de botten en pezen te versterken. Door het sparen van de weilanden kunnen de paarden hier in de zomer meer gras vanaf eten of kunnen de weilanden worden gehooid. Als paarden het hele jaar rond op een wei lopen, is dit niet mogelijk. Ook is een paddock bij uitstek geschikt om het voermanagement van paarden te regelen. Niet alle paarden kunnen tegen een onbeperkte hoeveelheid gras. Dit kan onder andere leiden tot overgewicht, spier- en/of hoefbevangenheid. Door de paarden enkele uren op de weide te laten en daarna de vrije beweging in de paddock te geven, voorkom je dat ze te veel gras eten. Hiermee voorkom je dat gevoelige paarden veel op stal moeten staan. Voor paardenwelzijn is het belangrijk dat paarden zo veel mogelijk vrij kunnen bewegen.
Wat is het verschil tussen een paddock en longeercirkel?
Voor paardenhouders is het verschil waarschijnlijk heel logisch, maar voor veel ambtenaren niet. Paddocks hebben namelijk ook vaak ronde vormen of afgebogen hoeken. Wanneer we weer naar de officiële definitie zoeken, komen we op het volgende: Longeercirkel: Ruimte (eventueel overdekt) in de vorm van een cirkel, waarin het paard onder begeleiding specifieke training gegeven kan worden. Aanbeveling doorsnede longeercirkel: circa 14 meter.
Een longeercirkel wordt onder andere gebruikt om paarden te trainen vanaf de grond, zonder dat zij belast worden door een ruiter en daardoor is dit een essentiële voorziening bij de training van jonge of revaliderende paarden. Tevens wordt deze faciliteit gebruikt voor een warming-up en/of cooling down.
Een paddock wordt dus niet gebruikt om een paard in te trainen. En daar zit dan ook het verschil. De vraag die altijd gesteld moet worden is: waarvoor wordt het omheinde stuk zand gebruikt?
Waarom kan een rijbaan niet gebruikt worden als uitloop?
In sommige gevallen worden rijbanen zeker gebruikt als vrije uitloop, paddock en/of longeercirkel, maar dit is niet altijd wenselijk vanwege de speciale en vooral ook dure bodem van de rijbaan. De bodem van een rijbak is in veel huidige gevallen opgebouwd uit verschillende lagen, omdat dit optimaal werkt voor het trainen van paarden. Wanneer paarden los in de bak staan, kunnen ze tijdens het spelen/stoeien ongecontroleerde bewegingen maken. Daarnaast kunnen paarden in de bodem gaan graven op zoek naar wortels, zouten en mineralen. Dit kan beide de verschillende lagen in de bodem flink aantasten. Doordat verschillende lagen zijn gemengd is het haast onmogelijk om de bodem weer in de juiste conditie te brengen. Daarnaast mesten paarden veel, wat nadelige effecten heeft op de waterdoorlatendheid van de ondergrond. Dit kan worden opgeruimd, maar de paarden zullen het ook deels de bodem in lopen tijdens het spelen, wat niet wenselijk is voor de kwaliteit van de bodem.
Landelijk paardenbeleid
Mocht je een paddock hebben of aan willen leggen dan is het dus belangrijk om de gemeente op de hoogte te brengen van bovenstaande informatie en hierbij ook te werken met richtlijnen die officieel worden gebruikt. De VNG heeft samen met de Sectorraad Paarden een richtlijn opgesteld voor de paardenhouderij die in 2014 is herzien in de nieuwe richtlijn ‘Paardenhouderij en het Omgevingsrecht’. Het doel van deze richtlijn is het verschaffen van onderbouwde informatie voor het rijk, de provincie en gemeenten bij het vormgeven van het ruimtelijk beleid voor paardenhouderijen. Daarnaast dient de handreiking als een informatiebron voor de paardenhouderij en de verschillende partijen die in deze sector werkzaam zijn. Deze richtlijn is op dit moment het enige beleidsinstrument wat op landelijk niveau lopend is voor paardenhouderijen. En daarmee is het een veelgebruikt document voor overheden en adviseurs die niet thuis zijn in de hippische wereld en beleidstechnische beslissingen moeten maken. Dit is dus ook een document dat je kan gebruiken bij het uitzoeken en/of formuleren van je plannen voor een eventuele vergunningsaanvraag.
Heb ik een vergunning nodig voor een paddock?
Dit is een simpele vraag, maar het antwoord is helaas niet zo makkelijk. Om deze vraag te beantwoorden zijn twee hoofdvragen belangrijk:
1. Binnen welke bestemming komt de paddock te liggen?
2. Hoe ga je de paddock maken?
1. Ligt de paddock binnen het bouwvlak dan zijn er vaak mogelijkheden om de paddock aan te leggen. Afhankelijk van de uitvoering heb je dan nog wel één of meerdere vergunningen nodig. Ligt de paddock buiten het bouwvlak dan wordt het al een heel stuk lastiger.
2. Vervolgens is de uitvoering van de paddock heel belangrijk. Dit knippen we op in een paar onderdelen:
- Wat voor omheining (hekwerk of lint) ga je plaatsen?
- Breng je een border aan van beton of hout?
- Ga je een speciale bodem aanleggen of zet je gewoon een stuk wei af?
- Ga je graven, egaliseren of ophogen?
Als er een duidelijk beeld is van hoe je de paddock gaat maken moet dit vervolgens aan het bestemmingsplan getoetst worden. Het kan zijn dat je in de ene gemeente nergens een vergunning voor nodig hebt en de andere gemeente zowel een aanlegvergunning, bouwvergunning, bodemonderzoek en mogelijk ook archeologisch onderzoek vraagt. En dan komt het ook nog heel vaak voor dat een paddock gewoonweg niet is toegestaan.
Veel mensen denken dat binnen een agrarische bestemming een paddock direct is toegestaan want je mag een paard toch ook in de wei zetten? Helaas is dat niet zo omdat een paddock (afhankelijk van de uitvoering) vaak gezien wordt als ‘een bouwwerk geen gebouw zijnde’. Deze zijn alleen binnen het bouwvlak toegestaan en dus niet in de wei.
Omdat de regels per gemeente verschillend zijn is er dus ook geen pasklaar antwoord op de vraag. Op hoofdlijnen gelden de volgende regels:
- Buiten het bouwvlak is een paddock niet (direct) toegestaan
- Heb je vaste omheining dan heb je voor de omheining (mogelijk) een bouwvergunning nodig hebt voor het plaatsen van het hek
- Heb je vaste omheining en een border dan heb je grote kans dat je een bouwvergunning nodig hebt voor het plaatsen van het hek
- Ga je de grond ophogen, egaliseren, afgraven dan heb je mogelijk een aanlegvergunning nodig
Maar zoals eerder uitgelegd, verschillen de regels per gemeente en is het dus altijd verstandig om in de voor jou geldende regels te duiken. Uiteraard kan je altijd contact met ons opnemen om het uit te laten zoeken.